Volgens het Belgisch Gerechtelijk wetboek is arbitrage de private rechtsprocedure waardoor een geschil wordt uitgesloten van de rechtsmacht van de normaal bevoegde rechtbanken, en onderworpen aan de rechtsmacht van één of meer arbitragerechters d.w.z. personen die aangeduid worden om het geschil te vonnissen.
Neen. De wet schrijft voort dat er een akkoord tot arbitrage dient afgesloten te zijn, hetzij voor hetzij na het ontstaan van het geschil. Kort gezegd:
- Voor het geschil
Arbitrage wordt opgelegd aan de klant door het vermelden van arbitrage clausule op contracten, bestelbons, leveringsbons, facturen, enz. De wet spreekt van "bindende stukken" tussen partijen. Dit is dus heel ruim en hoeft geen officieel contract te omvatten.
- Na het geschil
Een akkoord tot arbitrage kan ook afgesloten worden na het ontstaan van het geschil, maar dit is in de praktijk moeilijk uit te voeren omdat partijen al niet meer in “speaking terms” zijn of elkaar wantrouwen.
TIP. Praktisch komt het er eigenlijk op neer dat men de geijkte bevoegdheidsclausule:
“Bij geschillen zijn de rechtbanken te x bevoegd" vervangt door een arbitrageclausule.
De wet zegt "alle geschillen welke voor dading vatbaar zijn", m.a.w. alle geschillen waarover men onderling akkoorden kan afsluiten.
Niet: Alles wat het strafrecht betreft en alles wat familierecht betreft.
De arbitrage instelling kiest voor professionele arbitragerechters. Meestal advocaten, juristen of deskundigen in de materie van het geschil of bedrijfsleiders die jarenlang praktijkervaring hebben via hun bedrijf.
De wet voorziet dat scheidsrechters op dezelfde gronden kunnen gewraakt worden als rechters. Het spreekt vanzelf dat U bezwaar kunt hebben tegen bv een Scheidsrechter die als bedrijfsleider uw concurrent is.
De arbitrage instelling is de in de wet voorziene derde, neutrale instelling die onafhankelijke scheidrechters aanstelt en de procedure volgens een vast werkingsreglement leidt en controleert.